SV | Gij zult tot dit woord, dat ik u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die ik u gebiede. |
WLC | לֹ֣א תֹסִ֗פוּ עַל־הַדָּבָר֙ אֲשֶׁ֤ר אָנֹכִי֙ מְצַוֶּ֣ה אֶתְכֶ֔ם וְלֹ֥א תִגְרְע֖וּ מִמֶּ֑נּוּ לִשְׁמֹ֗ר אֶת־מִצְוֹת֙ יְהוָ֣ה אֱלֹֽהֵיכֶ֔ם אֲשֶׁ֥ר אָנֹכִ֖י מְצַוֶּ֥ה אֶתְכֶֽם׃ |
Trans. | lō’ ṯōsifû ‘al-hadāḇār ’ăšer ’ānōḵî məṣaûeh ’eṯəḵem wəlō’ ṯiḡərə‘û mimmennû lišəmōr ’eṯ-miṣəwōṯ JHWH ’ĕlōhêḵem ’ăšer ’ānōḵî məṣaûeh ’eṯəḵem: |
Gij zult tot dit woord, dat ik u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die ik u gebiede.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij zult tot dit woord, dat ik u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die ik u gebiede.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!